Akwasi, artiest en medeoprichter van Omroep ZWART, heeft opnieuw zijn steun uitgesproken voor het instellen van 1 juli als nationale feestdag. Op sociale media benadrukte hij dat het moment “heel dichtbij” is. De datum is symbolisch: het is de dag waarop jaarlijks Keti Koti wordt gevierd, de herdenking van de afschaffing van de slavernij in Nederland en de voormalige koloniën.

Keti Koti als feestdag

Keti Koti betekent letterlijk “gebroken ketenen” en markeert een belangrijk moment in de Nederlandse geschiedenis. Het wordt gevierd met herdenkingen, culturele evenementen en optredens, waarbij vrijheid en verbondenheid centraal staan. Voorstanders van het voorstel zien de nationale erkenning van deze dag als een stap richting meer inclusiviteit en historisch besef.

Akwasi deelt op Instagram dat zijn omroep deze dag al vrij heeft gegeven aan medewerkers, met uitzondering van het productieteam dat verantwoordelijk is voor de Keti Koti-uitzending. “We zijn heel erg dichtbij als het gaat over een nieuwe nationale feestdag op 1 juli. Velen zijn ons voorgegaan,” aldus de artiest.

Online campagne voor vrije dag

Akwasi verwijst in zijn bericht naar de campagne ‘1 juli vrij’, een initiatief dat mensen aanspoort om via de website 1julivrij.nl hun werkgever te vragen om deze dag vrij te krijgen. De campagne wordt gesteund door diverse maatschappelijke organisaties en publieke figuren. Het doel is om bewustwording te creëren en uiteindelijk van 1 juli een nationale vrije dag te maken.

Volgens Akwasi gaat het om erkenning, reflectie én vooruitgang. “Maak er één voor jezelf via 1julivrij.nl”, schrijft hij op sociale media. Hiermee benadrukt hij dat individuele acties collectieve verandering kunnen stimuleren.

Discussie over nationale feestdagen

Het voorstel roept uiteenlopende reacties op. Sommigen vinden dat Nederland al genoeg feestdagen heeft, terwijl anderen het belangrijk vinden dat de geschiedenis van slavernij en kolonisatie op een meer zichtbare manier wordt erkend. De discussie raakt thema’s als herdenken, gelijkwaardigheid en de rol van symboliek binnen een moderne samenleving.

Tegenstanders vrezen dat het invoeren van een nieuwe vrije dag tot verdeeldheid kan leiden of dat de boodschap van de dag onvoldoende wordt begrepen. Voorstanders daarentegen benadrukken dat het juist kan bijdragen aan verbinding en maatschappelijke erkenning van gedeelde geschiedenis.

Omroep ZWART en maatschappelijke thema’s

Omroep ZWART, waar Akwasi mede-oprichter van is, zet zich actief in voor inclusie en representatie in de Nederlandse media. De omroep wil verhalen brengen die normaal gesproken minder aandacht krijgen in het publieke debat. De Keti Koti-uitzending, die jaarlijks wordt uitgezonden op NPO 2, is een van de manieren waarop deze missie wordt vormgegeven.

Door medewerkers vrij te geven op 1 juli, geeft de omroep een krachtig signaal af over haar visie op gedeelde verantwoordelijkheid en historisch bewustzijn.

Reacties op sociale media

Zoals vaker het geval is bij publieke statements over maatschappelijke kwesties, blijven de reacties op sociale media gemengd. Onder de originele oproep van Akwasi verschenen duizenden likes en positieve reacties, maar ook kritische opmerkingen en discussies over het nut en de impact van een extra nationale feestdag.

Op platformen als Instagram, Facebook en X (voorheen Twitter) mengen zowel bekende Nederlanders als het grote publiek zich in de discussie. De toon varieert van steunbetuigingen tot scherpe kritiek. Dit onderstreept hoe gevoelig het onderwerp kan liggen en hoe belangrijk het is om ruimte te bieden voor een breed en respectvol maatschappelijk gesprek.

Symboliek en betekenis

Voor veel mensen is 1 juli méér dan een historische herdenking; het is ook een dag van bewustwording, erkenning en hoop op een toekomst met meer gelijkwaardigheid. Door van deze datum een nationale feestdag te maken, zou Nederland volgens voorstanders laten zien dat het verleden wordt erkend en dat er stappen worden gezet richting een inclusieve samenleving.

De symboliek van een vrije dag ligt volgens Akwasi niet in gemak of ontspanning, maar juist in het collectieve moment van stilstaan bij gedeelde geschiedenis. Dat sluit aan bij andere nationale feestdagen die ook geworteld zijn in historisch besef, zoals 5 mei of 4 mei.

Wat nu?

Hoewel 1 juli nog geen officiële nationale feestdag is, neemt de maatschappelijke steun voor dit idee gestaag toe. Petities, publieke steunbetuigingen en gesprekken binnen de politiek zorgen ervoor dat het onderwerp steeds vaker op de agenda komt.

De vraag of 1 juli daadwerkelijk een vaste nationale vrije dag wordt, ligt in handen van beleidsmakers en het maatschappelijk debat. Wat vaststaat, is dat het gesprek over historische erkenning en gedeelde toekomst leeft onder een breed publiek — en dat cultuur, media en individuen daar een belangrijke rol in spelen.