De voormalige topman van supermarktketen Jumbo, Frits van Eerd, heeft bij de start van zijn rechtszaak in Groningen alle beschuldigingen van omkoping en witwassen opnieuw ontkend. In de rechtszaal verklaarde hij: “Ik ben helemaal niet omgekocht.” De zaak, die onderdeel is van een groter onderzoek naar financiële transacties binnen de motorsportwereld, wordt breed gevolgd.

Achtergrond van de zaak

De zaak draait om verdenkingen van het Openbaar Ministerie (OM) dat Van Eerd samen met medeverdachte Theo E. betrokken zou zijn bij het witwassen van grote geldbedragen via sponsorcontracten met motorsportteams. In 2022 werd Van Eerd al gearresteerd in verband met deze verdenkingen, waarna hij tijdelijk terugtrad als CEO van Jumbo.

Volgens het OM zouden sponsorbetalingen van Jumbo zijn gebruikt voor persoonlijke bevoordeling, waarbij E. een sleutelrol zou hebben gespeeld. De betrokkenheid van motorsportteams maakt het onderzoek extra complex.

Vondst van contant geld

Tijdens het onderzoek werd in de woning en werkplaats van Van Eerd ongeveer 450.000 euro aan contant geld aangetroffen. De biljetten, veelal van hoge coupures zoals 200 en 500 euro, lagen verstopt op verschillende plekken, waaronder een boekenkast en een koelkast.

Van Eerd gaf aan dat hij geen criminele intentie had met het bewaren van het geld:

“Het was legaal geld. Als ik had geweten dat ik hierover in een rechtszaal zou moeten verklaren, had ik het anders aangepakt. Het verspreiden van het geld was puur praktisch bedoeld.”

Relatie met medeverdachte

De relatie tussen Van Eerd en Theo E. is een centraal onderwerp in het proces. Hoewel Jumbo in 2014 officieel alle banden met E. verbrak, hernieuwde Van Eerd op persoonlijke titel later het contact. E. was op dat moment verdachte in een andere zaak omtrent witwassen van crimineel vermogen.

Op vragen van de rechtbank gaf Van Eerd aan dat hij “nieuwsgierig” was naar de kant van E.’s verhaal. Ook speelde mee dat hij als CEO van Jumbo persoonlijk geraakt was door de mogelijke reputatieschade.

“Ik wilde hem in de gaten houden, ook omdat ik zelf tijdelijk als verdachte werd genoemd.”

Daarnaast gaf Van Eerd aan dat hij interesse had in verzamelobjecten die E. aanbood. Hij staat bekend als liefhebber van voertuigen en motorsport-gerelateerde items.

Reactie op sponsortransacties

Tijdens de zitting werd Van Eerd geconfronteerd met voorbeelden van ondoorzichtige betalingen, zoals een betaling van 405.000 euro inclusief btw aan een motorsportteam, waarvan slechts een kwart daadwerkelijk bij het team terechtkwam. Hij gaf aan daar geen weet van te hebben gehad.

“Voor mij was het belangrijk dat het team goede prestaties leverde. Ik keek vooral naar resultaten, niet naar de exacte geldstromen.”

Volgens hem was de sponsoring bedoeld om het merk Jumbo te verbinden aan winnaars, niet om persoonlijk voordeel te behalen.

Kritische ondervraging

De rechtbank ondervroeg Van Eerd en E. uitvoerig over telefoongesprekken, verhoren en financiële constructies. Sommige antwoorden bleven vaag of werden niet gegeven. Toch hielden beide verdachten vol dat er geen sprake was van omkoping of witwassen.

Op de vraag waarom Van Eerd opnieuw contact zocht met E., ondanks eerdere breuk, antwoordde hij spijt te hebben van die keuze:

“Dat had ik achteraf gezien natuurlijk nooit moeten doen.”

Vervolg van de rechtszaak

De inhoudelijke behandeling van de zaak is deze week gestart. Het Openbaar Ministerie presenteert binnenkort de strafeisen. Daarbij zal ook duidelijk worden hoe zwaar het OM de betrokkenheid van beide verdachten inschat.

De uitspraak van de rechter volgt naar verwachting later dit jaar. Tot die tijd blijft de zaak onderwerp van publieke en juridische aandacht, mede vanwege de prominente positie die Van Eerd jarenlang innam binnen het Nederlandse bedrijfsleven.