Met nog iets meer dan twee maanden te gaan tot de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober 2025 ontstaat een duidelijker beeld van het politieke speelveld. Recente overzichten laten zien dat de PVV de grootste blijft in de peilingen, CDA overtuigend stijgt, en GroenLinks–PvdA terrein verliest. Dat maakt de strijd om de grootste partij én de latere coalitievorming extra interessant voor kiezers en volgers van het nieuws.

Kort overzicht: dit zijn de hoofdlijnen

Volgens de Peilingwijzer—een gemiddelde van meerdere recente peilingen—staat de PVV ruim bovenaan met 29 tot 35 zetels. GroenLinks–PvdA komt uit tussen 23 en 27 zetels, waar de combinatie eerder nog rond de 29 stond. Het CDA klimt naar 22 tot 26 zetels en nadert daarmee de plek van de gezamenlijke lijst van GroenLinks–PvdA. De VVD verliest terrein en noteert 14 tot 18 zetels. Partijen als D66 (10–12) en JA21 (7–11) bewegen beperkt, terwijl SP, BBB en PvdD gemiddeld 4 tot 6 zetels halen. NSC komt nauwelijks nog voor in de peilingen (0–1).

Waarom dit ertoe doet

De verhoudingen aan de bovenkant verschuiven, terwijl de middengroep relatief dicht bij elkaar blijft. Dat vergroot de kans op verschillende coalitie-opties na 29 oktober, maar het maakt de formatie niet automatisch eenvoudiger.

Partij voor partij: de belangrijkste bewegingen

PVV: grootste in de peilingen

De PVV blijft volgens de Peilingwijzer de grootste met 29–35 zetels. Hoewel dit lager is dan het eerdere Kamerresultaat, blijft de partij het ijkpunt waarlangs anderen hun positie bepalen. De brede aantrekkingskracht in de huidige peilingen blijft zichtbaar, ook nu de rest van het veld schuift.

CDA: duidelijke opmars

Onder leiding van Henri Bontenbal noteert het CDA 22–26 zetels. De partij profiteert van een herkenbaar profiel en een stabiele uitstraling van de lijsttrekker, waardoor kiezers opnieuw belangstelling tonen.

GroenLinks–PvdA: terugval na eerdere piek

De combinatie GL–PvdA, met Frans Timmermans als boegbeeld, gaat van 29 zetels in juli naar 23–27 zetels nu. De uitdaging is om de eigen programmapunten te vertalen naar actuele urgentie voor twijfelende kiezers.

VVD: zoeken naar de weg omhoog

De VVD komt uit op 14–18 zetels en staat voor de opgave om de neerwaartse lijn te doorbreken. Binnen en buiten de partij is de discussie over koers en samenwerking zichtbaar geweest, wat doorwerkt in de beeldvorming bij het brede publiek.

D66, JA21 en andere middenpartijen

D66 blijft stabiel (10–12), JA21 stijgt licht (7–11). SP, BBB en PvdD bewegen rond 4–6 zetels. Deze partijen hebben elk een vaste achterban en kunnen met specifieke thema’s nog nadrukkelijker in beeld komen tijdens debatten en campagnes. NSC noteert 0–1 zetel in de laatste overzichten.

Percentages uit aanvullend onderzoek

Een aanvullende momentopname—samengebracht door meerdere onderzoeksbureaus—laat de volgende steunpercentages zien: PVV 20% (+3), CDA 16% (+1), GL–PvdA 15%, VVD 10% (–3), D66 7% (–1), JA21 6% (+1). Het beeld sluit aan bij de trend uit de zetelpeilingen: een koppositie voor PVV, een stijgend CDA, en lichte winst voor JA21.

Hoe moeten we deze bewegingen duiden?

1) Positie bovenin blijft competitief

De PVV voert de lijst aan, maar de formatie blijft complex als andere partijen samenwerking niet vanzelfsprekend vinden. Dat vraagt om bruggen slaan na de verkiezingsdag, ongeacht wie de grootste wordt.

2) Ruimte voor het midden

De stijging van het CDA en het stabiele beeld bij D66 zorgen ervoor dat het politieke midden mee kan bepalen welke accenten in een toekomstig regeerakkoord komen te liggen.

3) GL–PvdA zoekt naar nieuw momentum

Voor GroenLinks–PvdA ligt de uitdaging in het versterken van herkenbaarheid en urgentie. Met gerichte campagnes en duidelijke prioriteiten kan de combinatie twijfelende kiezers opnieuw aanspreken.

4) Onzekere kiezers blijven sleutel

Volgens politicologen is bijna 30% van de kiezers nog niet zeker van hun keuze. Dat maakt de komende weken extra belangrijk: debatten, interviews en campagnemomenten kunnen doorslaggevend zijn.

Mogelijke verklaringen voor de verschuivingen

• Herkenbare profilering: Partijen die duidelijk maken waar ze voor staan, plukken daar de vruchten van. Het CDA wordt in dit verband vaak genoemd vanwege consistente presentatie.

• Campagne-intensiteit: Groepen met een trouwe achterban blijven goed zichtbaar. De PVV bouwt voort op die basis en weet momentum vast te houden.

• Koersdiscussies: Publieke discussies binnen partijen kunnen tijdelijk bijdragen aan een minder stabiel beeld in de peilingen, zoals zichtbaar bij de VVD in deze periode.

• Versnippering: Aan de flanken en in het midden zorgen kleinere partijen voor extra dynamiek. Zo blijft de ruimte voor JA21 zichtbaar, terwijl SP, BBB en PvdD een stabiele basis houden.

Wat betekent dit voor de campagnetijd tot 29 oktober?

De laatste fase richting de stembus draait om zichtbaarheid, duidelijkheid en vertrouwen. Enkele verwachtingen:

1. Meer inhoudelijke debatten
   Nu de onderlinge afstanden kleiner worden, zal de inhoud centraal staan: koopkracht, wonen, zorg, onderwijs en een toekomstbestendige economie. Heldere voorstellen en concrete plannen kunnen twijfelaars over de streep trekken.

2. Focus op betrouwbaarheid en samenwerking
   Kiezers letten niet alleen op programma’s, maar ook op de vraag: met wie kan een partij samenwerken? Een duidelijke samenwerkingsbereidheid kan de formatie later vergemakkelijken.

3. Vooruit kijken naar de formatie
   Welke combinaties na 29 oktober mogelijk zijn, hangt af van de uiteindelijke uitslag én van de bereidheid om over verschillen heen te stappen. Het midden kan daarbij een verbindende rol spelen.

Belangrijk om te onthouden

• Peilingen zijn een momentopname en geen voorspelling van de uiteindelijke uitslag.

• De komende weken zijn cruciaal om de laatste groep twijfelaars te bereiken.

• Coalitievorming na de verkiezingen blijft complex, ongeacht welke partij de grootste wordt.

Zo ontvouwt zich een spannende politieke strijd die pas echt beslist wordt op 29 oktober 2025, wanneer kiezers hun stem uitbrengen.